Difference between revisions of "Leden:0140678 - Beleidsplan jeugd(hulp), verordening jeugdhulp"
m (1 revision imported) |
m (Text replacement - "Raadsvergadering=Raadsvergadering" to "Raadsvergadering=Leden:Raadsvergadering") |
||
Line 1: | Line 1: | ||
{{Bijdrage | {{Bijdrage | ||
− | |Raadsvergadering=Raadsvergadering 2014/12/16 | + | |Raadsvergadering=Leden:Raadsvergadering 2014/12/16 |
|Nummer raadsnota=0140678 | |Nummer raadsnota=0140678 | ||
|Onderwerp=Beleidsplan jeugd(hulp), verordening jeugdhulp | |Onderwerp=Beleidsplan jeugd(hulp), verordening jeugdhulp |
Revision as of 14:29, 11 April 2016
Eerste termijn
Voorzitter,
De transitie jeugdzorg betekent een grote verandering voor de gemeente. Er komt veel geld onze kant op en daarmee moeten we vanuit de gemeente de jeugdzorg organiseren.
Het voorliggend beleidsplan geeft richting aan de concrete invulling de komende jaren. Het beleidsplan is gebaseerd op de door de raad vastgestelde startnotitie van vorig jaar. Het beleidsplan omvat een periode van 4 jaar. Dat is natuurlijk al een uitdaging, voorzitter, want we moeten de komende jaren nog veel ontdekken. Een beleidsplan moet in dat geval zich naar ons idee vooral richten op heldere doelstellingen, aannames, uitgangspunten en de uitvoering op hoofdlijnen beschrijven, waarbij het komend jaar wat meer in detail aan bod mag komen. We moeten voor het komend jaar tenslotte weten wat we gaan doen.
Voor de korte termijn vindt het college twee zaken belangrijk. De eerste is de continuïteit van de zorg. Ervoor zorgen dat de huidige zorg ook in 2015 ook wordt geboden, maar dan onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Gebleken is dat dat niet een eenvoudige optelsom is van de taken die de gemeente al had en de taken die op ons afkomen vanuit provincie, rijk en andere instanties. Het is een flinke klus om daarin het overzicht te krijgen, een goede infrastructuur te creëren en daarmee een stabiele basis te hebben van waaruit verstandige veranderingen kunnen worden ondernomen. Dat moet komend jaar z'n beslag krijgen.
We vinden het zorgelijk dat de activiteiten gericht op continuïteit vertraging hebben opgelopen. Dat monitoring nog niet is ingericht, snappen we eerlijk gezegd niet. Wij vinden dit een belangrijk gemis in het beleidsplan.
Daarnaast ligt de focus in 2015 op preventie en op de ondersteuning dicht bij huis. Een in onze ogen verstandige keuze, omdat daar winst te halen valt. De invulling van de preventie en de ondersteuning dicht bij huis zal moeten aantonen dat de gemeente verstandig met deze complexe materie om kan gaan.
Daarom hebben we daar bij de opiniërende behandeling van het beleidsplan veel aandacht aan besteed en daarom doen we het nu weer.
Voorzitter, na onze vragen tijdens de opiniërende behandeling is er iets aangepast, maar niet veel. We kunnen nu bijvoorbeeld zien dat de doelstellingen van preventie ernstig afwijken van wat daarover is gezegd in de startnotitie. En eerlijk gezegd, voorzitter, vinden we het geen verbetering. In het algemeen kunnen we zeggen dat de helderheid en de visie die we in de startnotitie waardeerden, in dit beleidsplan niet in dezelfde mate terug te vinden zijn. Dat vinden we een spijtige ontwikkeling. Hoe het komt, geen idee.
Maar de preventie, voorzitter. In de startnotitie zien we dat preventie op drie niveaus moet plaatsvinden:
- Versterken van het opvoedklimaat
- Bevorderen van de opvoedkwaliteiten
- Vroegtijdige signalering
De achterliggende visie vinden we terug in het oude Chinese spreekwoord over de man en z'n eten. Deze pijlers van preventie kunnen we volgen, voorzitter. Het is belangrijk dat ouders en de omgeving zelf in staat zijn om kinderen goed op te voeden. Als ze dat niet kunnen, moeten we dat niet overnemen, maar moeten we ze in de eerste plaats leren hoe ze het beter kunnen doen.
Visie en pijlers in de startnotitie waren ok. Het verhaal in het voorliggende beleidsplan is dat wat ons betreft niet. De gemeente Oosterhout gaat nu uit van de eigen kracht van haar bewoners. De visie van de gemeente is dat jeugdigen en ouders de regie in eigen hand hebben, zich verantwoordelijk voelen, zelfredzaam zijn en participeren in de samenleving. Waardoor in eerste instantie het beroep op jeugdhulp en ondersteuning afneemt als de samenleving zoveel mogelijk zelf haar problemen kan oplossen.
Er is bij preventie niets terug te vinden dat invulling geeft aan een van de pijlers uit de startnotitie, namelijk het bevorderen van de opvoedkwaliteiten. En dat gaat mis, voorzitter, want ik kan u verklappen dat clienten van de jeugdzorg nu juist de regie kwijt zijn, zich niet verantwoordelijk voelen of zich wel verantwoordelijk voelen, maar die verantwoordelijkheid niet aan kunnen, vaak door omstandigheden niet meer zelfredzaam zijn en onvoldoende participeren in de samenleving en daardoor onvoldoende in staat zijn om zelf hulp te mobiliseren. En ouders missen soms de vaardigheden om onder soms zeer moeilijke omstandigheden hun kinderen goed op te voeden. Deze mensen komen ook niet aankloppen bij het Sociaal Wijkteam.
Voorzitter, wij zien in het beleidsplan de visie uit de startnotitie onvoldoende terug en we zien onvoldoende hoe het college in het preventieve stadium, van plan is om deze mensen, om bij het Chinese spreekwoord te blijven, te leren vissen. En we bereiken ons inziens dan ook niet de gewenste versterking van eigen kracht van jeugdigen, ouders en sociaal netwerk en de ondersteuningsstructuur in de wijk, en ook niet de beoogde beperking van kosten.
Voorzitter, als hier nou een goed monitoringsysteem omheen zou zitten, waarmee je snel inzicht krijgt in de resultaten van de aanpak, dan zouden we er nog mee kunnen leven. Maar dat is ook niet het geval. We hebben het niet in de gaten als de voorgestelde aanpak niet blijkt te werken en het risico is levensgroot dat we dan blijven investeren in de verkeerde dingen.
Voorzitter, samenvattend: wie gaat ouders met problemen in de preventieve fase leren hoe ze zelf het lek boven kunnen krijgen en houden en hoe gaat de gemeente ervoor zorgen dat iedereen waarvoor dat nodig is ook aan de beurt komt.
We horen graag een toelichting van de wethouder.